Nepal - in the land of the Himalayas and adrenaline

27 november 2014 - Kathmandu, Nepal

Al bij de grensoversteek was het enorme contrast tussen China en Nepal zichtbaar. Waar we in China nog honderd formaliteiten moesten doorstaan en er geen lach af kon, waren ze in Nepal supervriendelijk en chill. Wij hadden er al meteen zin in. Helaas gold dat contrast ook voor de wegen en transport. In China konden we ons voornamelijk verplaatsen over degelijke verharde wegen, in Nepal werd het een 6uur durende bumpy ride naar Kathmandu met een bus die elk moment uiteen kon vallen, en waar we meer dan eens vreesden voor ons leven. Hello adventure dachten wij, welcome to Nepal! En om over het verkeer in Kathmandu nog maar te zwijgen. Wij dachten dat China erg was..Kathmandu was totale chaos.
We waren van plan om zo snel mogelijk aan onze trekking te beginnen en pas daarna Kathmandu City te gaan verkennen. De eerste dag zijn we dus alles gaan voorbereiden. We zijn onze permits gaan regelen en nog wat spullen gaan inslaan in Thamel, het backpackers- en trekkingsdistrict. Met een map van het Anna Purna gebied, een slaapzak en wat energiefood op zak keerden we terug. Savos was het dus inpaktijd. Manman dat heeft letterlijk twee uur geduurd vooraleer we tevreden waren met wat we zouden meenemen en wat niet.
De volgende dag zouden we dus naar het startpunt gaan van een twee weken durende trekking, het Anna Purna circuit, dat start op 840m en met als ultieme goal het oversteken van de Thorung La pas 9 dagen later, op 5416m. Op 9 dagen zouden we dus meer dan 4500m moeten stijgen, om dan langs de westkant terug te keren, en in totaal een dikke 150km afleggen. We zouden al snel merken dat niet de fysieke toestand maar pure wilskracht en doorzettingsvermogen de ingrediënten vormen voor deze onderneming.
De busrit van Kathmandu tot het startpunt was net zoals hier boven beschreven, maar dan nog eens een uur langer. Dit laatste uur moesten we dan ook nog eens rechtstaan. Daar aangekomen zijn we dus vroeg gaan slapen om de volgende ochtend fit aan onze tocht te beginnen.
De eerste dag waren we om 6.30u uit de veren en na een stevig ontbijt begonnen we eraan, Jef met de grote rugzak en ik met een dagrugzak. De eerste uren hadden we goed doorgewandeld met af en toe een stevige klim, maar het viel nog mee. We begonnen dus in de vallei tussen de rijstvelden, waar het nog 25graden was, en dienden steeds de Marsiyangdi rivier stroomopwaarts te volgen. We hadden geen gids of drager gehuurd, wat veel mensen wel doen, maar het pad was goed te volgen en qua gewicht zouden we wel merken of het ons afging. Onze taken waren al snel verdeeld. Jef was de drager met de grote rugzak, ik, na 12 jaar bij de gidsen 2e kempen, uiteraard de gids :p We passeerden om het uur of twee uur kleine, superschattige dorpjes, met guesthousen waar je iets kan eten en kan overnachten. Om 1u waren we al op onze vooropgestelde eindbestemming voor die dag. We konden nog verder gaan en wat voorsprong winnen voor de komende dagen maar hadden een guesthouse gevonden met een prachtig uitzicht op een waterval en besloten maar om daar ineens te blijven. Dag 1 zat erop, perfect op schema. Een (ijskoude!!) douche gepakt en het typisch Nepalese trekkingsgerecht Dahl Baat naar binnengespeeld en wij konden met ne berg nieuwe energie en motivatie aan dag 2 beginnen.
Dag 2 vlogen we er weer vroeg in. Eerste twee uur ging vlot toen de zon nog niet te fel was. Vlak voor de middag hebben we even op ons tanden moeten bijten. We moesten een lange tijd steil bergop, in de blakke zon en met niet veel energie meer over. Uiteindelijk waren we boven en het eerstvolgende dorp was weeral onze eindbestemming voor die dag. We hadden weer goed doorgestapt en na een goei lunchke besloten we om nog wat verder te gaan, want we wisten dat de volgende dag ne zware zou worden en zo konden we toch wat tijd inwinnen. We sliepen weer in een van de guesthouses, uiteindelijk allemaal dezelfde. Een kamer van hout zonder enige vorm van verwarming, erges verderop een toilet (gat in de grond maar das niks nieuw) en als ge wilt ne koude douche. Al chance hebben ze hier goei eten, thats what keeps us going. Redelijk back to basics dus maar wat een ervaring. Hele dage wandelen we door prachtige natuur, met voor, achter en naast ons honderd berggeiten, een paar yaks, paarden en honden. Onszelf elke dag een beetje overtreffen en de voldoening elke dag opnieuw maken dit een unieke ervaring.
Dag drie wisten we dat vrij heavy ging zijn. We merkten dat we steeds hoger kwamen want de landschappen waren aan het veranderen. Dag 1 in de vallei was nog volop in de groene jungle en tussen de rijstterrassen. Hier zaten we tussen de dennenbomen, vele watervallen en steile cliffen. Vlak voor de middag was het weer even lastig. Een steile klim weeral. We hebben even ne energybreak genomen en ons volgestoken met (Belgische!) Chocola die we hadden meegenomen vanuit Kathmandu. We voelden ons toch nog wat slap en zijn smiddags dan maar gestopt voor een echte lunch, op een dakterras int zonneke met uitzicht op de bergen. En we konden er weer tegenaan. Volle bak doorgestapt, geklommen, geklefferd en geklauterd en voor we het wisten zat onze 'zware' dag er op.
Dag vier al. Chille dag, niet te zwaar. Smiddags weer zalig int zonneke en waren weeral snel op bestemming. We hebben ons ritme hier wel gevonden. We beginnen er vroeg aan en stappen goed door in de voormiddag. In de namiddag kan het dan wat rustiger. De pas komt ook steeds dichter bij en geeft ons extra motivatie.
Dag vijf was er een van afzien, afzien, afzien. Hoewel we er ook wel zelf voor hadden gekozen. We konden de lower road kiezen, die was makkelijk te doen en korter, maar met minder goede uitzichten. Dus gingen wij voor de upperroad. Loodzwaar en twee uur langer, maar met adembenemende views. En zo begonnen we aan wat de langste dag tot nu zou worden. De eerste uren waren superzwaar maar twas weer dik de moeite met uitzichten over de vallei van waar we een paar uur geleden waren gekomen, en de Anna Purna II, een bergske van net geen 8000m. En we kregen een extra verrassing. Op een gegeven moment hoorden we gerommel, we keken achterom en er kwam een gigantische lawine naar beneden gedonderd van de Anna Purna IV. Ongelooflijk om te zien. Nog eens even later zagen we eerst één bergarend, en later een stuk of vijf boven ons hoofd zweven op zoek naar een prooi. Ondanks dat ons uithoudingsvermogen zwaar op de proef werd gesteld was dit nu al de beste dag die we gehad hebben. Degene van de lower road hadden ongelijk. Na 8uur zat onze dag erop en kwamen we eindelijk aan in Manang. Hier gaan we een extra dag blijven en een kleine zijtrekking doen om te acclimatiseren, om dan drie dagen later de pas over te gaan, Yes!
De acclimatiesatiedag kwam als geroepen. Na vijf dagen nonstop trekken begonnen we het te voelen in onze benen en rug. We konden dus wat langer slapen en hebben opt gemakske een kleine wandeling van drie uur gedaan naar een nabijgelegen meer. Dit lag een 400m hoger dan Manang en was dus perfect om aan de hoogte te wennen. Smiddags waren we al terug en hebben niet veel meer gedaan buiten de hele avond dumbal gespeeld, een Nepalees kaartspel. Wij zijn helemaal klaar voor de laatste rechte lijn naar de Thorung La pas!
Dag zeven begon weeral met een steile klim van twee uur. De vermoeidheid sloeg al snel toe en de typische kwaaltjes zoals bleinen en zwaar benen staken de kop op. Ook ademhalen ging moeilijker en moeilijker, want we begonnen de 4000m te naderen. Na de beklimming en een korte break hebben we weer doorgewandeld tot de middag. Het pad was ook minder steil hier dus dat ging vlotjes. Na de middag besloten we om toch nog naar het volgende dorpje te wandelen, om de volgende twee dagen naar de pas beter te spreiden. Die dag waren we een ferme 700m gestegen en hebben we de kaap van 4000m bereikt! En van hoogteziekte nog geen spoor. So far, so good dus.
Dag 8 was de laatste dag voor we de pas zouden overgaan. We zouden nog twee dorpjes passeren voor de pas waar we konden verblijven. Ofwel Thorung Pedi, de voet van de berg, ofwel Thorung High Camp, in afstand vlak bij Pedi maar een 400m hoger, een belachelijk steile klim dus.
We waren weeral snel in Pedi, zelfs na even achter ne hoop ouw duitsers te wandelen (toch respect) die we niet voorbij konden en die meer achteruit dan vooruit leken te gaan. We besloten dus om het tot High Camp te proberen, ook omdat we nog steeds geen last hadden van hoogteziekte. Na een klim die eeuwen leek te duren, elke stap loodrecht naar boven leek en een zuurstoffles welkom had geweest, bereikten we eindelijk High Camp. De uitzichten waren weer fantastisch en voor het eerst zaten we echt middenin de besneeuwde bergen. Shit, zo hoog waren we dus. Een mooie 4833m, hoger dan de toppen van de bergen in Europa. De volgende, en laatste stap, is de pas overgaan op 5416m.
En dan was het plots D-day! Om half zes, stikdonker nog en -9graden begonnen we aan wat de zwaarste dag tot nu toe zou worden. Stapvoets klefferden we naar boven, omgeven door een dik ijstapijt, maar na een dik half uur begon het lichter te worden en konden we het tempo verhogen. Een kleine drie uur later bereikten we eindelijk de pas. 9 dagen lang hadden we hier naartoe geleefd en eindelijk stonden we daar. Enorm veel inspanning en doorzetting had het ons gekost, maar we hadden het beide gehaald en een perfect parcours afgelegd zonder ziek te worden en met elke dag een stralend zonneke. Nog steeds dringt het niet goed door.
Na de pas over te steken konden we aan de afdaling beginnen. Dat ging een pak moeizamer dan verwacht. Dalen is op zich al vrij belastend (we hadden een goeie 1600hoogtemeters voor de boeg) maar door de grote sneeuwstorm en lawine van vorige maand waren grote delen van het pad bedolven onder het ijs en konden we dus maar heel traag naar beneden. Na veel vallen en terug opstaan bereikten we tegen de middag het eerste teahouse. Daar hebben we onszelf getrakteerd op goeie boef en nagekaart met de andere pasoverstekers van die dag. Daarna was het nog een uurtje dalen en zijn we beland in het beste teahouse ooit dat kwam als een geschenk uit de hemel. Waar alle andere superbasic waren had deze een zaaaalig warme douchke en ne goeie yaksizzler als dinner (en wifi) te bieden, meer hadden wij die dag niet nodig. Tzat erop, of toch bijna. Ons doel was bereikt en de afdaling die de volgende twee dagen nog zou volgen was bijzaak.
De volgende dag gingen we uitslapen, om 7u wakker natuurlijk, en begonnen we aan een nieuwe afdaling van een 1000m, met kei stijve benen van de dag ervoor. We trokken door de onherbergzame regio Mustang, waar we van de hele dag geen levende ziel zijn tegengekomen. We kozen weer voor het langere en moeilijkere pad, maar kregen weer adembenemende uitzichten als beloning. Damn Nepal, zelfs na bijna twee weken trekken valt onze mond nog elke dag open.
Dag 11 dan, onze allerlaatste dag wandelen, en twas ineens weer ne goeie afsluiter waar we nog is goe hebben afgezien. De bleinen, stijfheid en alle andere kwalen wisten duidelijk ook dat de laatste dag was en bereikten hun hoogtepunt. De laatste loodjes wegen inderdaad het zwaarste. Een kei stevige wind/zandstorm stak dan ook nog eens de kop op, waar we soms meer achteuit dan vooruit gingen. En dan bereikten we onze eindhalte. Eindelijk. Het waren twee weken van ups en downs, letterlijk en figuurlijk. 11 dagen geleden stonden we nog aan het startpunt van deze trekking, en nu waren we meer dan 150km verder, 4500m omhoog gegaan en nog eens
2700m naar beneden. Overdag zweten als een rund en snachts bevriezen van de kou. Maar die voldoening elke dag weer, en zeker na de pas over te gaan, maakt het dat allemaal waard. We zouden het zo terug doen. Onze eerste trekking was meer dan geslaagd en dit smaakt alleen maar naar meer. Wij zijn nog lang niet klaar met Nepal. En dan nog gezwegen over de Nepalezen. Zoals de Lonely Planet het perfect verwoord: "it is often said that while you first come to Nepal for the mountains, you return for the people." Elke dag van iedereen die je tegenkomt ne Namasté krijgen met ne gigantische smile, wat een mensen. En we hebben nog twee weken in te vullen hier!

De volgende dag hadden we een bumpy ride van zes uur voor de boeg op de lokale bus, en hadden uiteraard de slechtste plaatsen achteraan. Helemaal vanuit de bergen terug het dal in. Volledig dooreen geschud moesten we nog eens drie uur in ne jeep. Savonds laat kwamen we aan in Phokara. Phokara is de stad waar vele toeristen toekomen na hun trekking om de batterijen terug op te laden, gelegen aan een meer met echt alles wat ge na een trekking nodig hebt: goei eten, happy hour vanaf 2u en een massage. We zijn uit eten gegaan met alles erop en eraan (voor geen geld) en hebben is goe geklonken op onze succesvolle trekking. En dat eten en die cocktails waren de beste die we ooit gehad hebben. Niet omdat ze echt zooo goed waren, maar de appreciatie na twee weken back to basics doet iets me ne mens. Daarna zijn we ng ene gaan drinken met de Michael. Ahja een kleine introductie : Mighty Michael is een 21jarige uit Sydney, en zo zot als een achterdeur. We hebben hem tijdens onze trek leren kennen, beter bekend als 'the biker'. Dieje zot heeft dus hetzelfde parcours als ons gedaan, maar dan met ne gehuurde mountainbike. Te weten dat hij dat gewoon spontaan beslist had, zonder voorbereiding en na eerst de Everesttrek van 2 weken te hebben gedaan. De helft van de tijd moestm dieje dragen, maar hij deed het allemaal om, eens over de pas, de zotste ride ooit naar beneden te kunnen doen. Hij had er niet op gerekend dat het daar sinds de storm nu vol ijs lag, en kon'm dus terug te voet :p Maar superzalige kerel, en wij hebben weeral een slaapplaats in Sydney!
De volgende dag hebben we eens goed uitgeslapen en zijn dan gaan brunchen. Ik kan dat hier gewoon worden. Alles wat ge nodig hebt, en dat voor een appel en een ei. Daarna hebben we onszelf getrakteerd op een massage, de 'trekkersmassage'. Echt relaxen was dat niet maar van stijve spieren of geblokkeerde rug hadden we achterna toch geen last meer. Dan zijn we maar in de happy hour gevlogen ( van twee tot tien, lang uurtje). Volgende dag wast te voelen ook. We zijn weer opt gemakske opgestaan, uitgebreid gaan ontbijten en dan hele dag nog aant meer gezeten int zonneke met ne boek. Zalig. Savons zijn we met Michael en nog wat Aussies gaan eten en was het al onze laatste avond in Phokara. Tijd om terug te keren naar Kathmandu de volgende dag, waar we savonds de Phil terug gezien hebben, die begon aan zn trekking en kwam van Mongolië en Japan. Kleine China-reunie dus. Verhalen uitgewisseld enn nog eens goed doorgezakt. De dag erna zijn we een tripke gaan regelen... bungeejumpen jihaaaa! Dus dat staat er morgen opt programma!

Foto’s