Tanzania pt I : Kilimanjaro

11 juni 2017 - Kilimanjaro Nationaal Park, Tanzania

It's time for Africa! Na maanden aftellen eindelijk een nieuw land - en een nieuw continent! Onze eerste keer Afrika en wat voor een land! Tanzania was snel gekozen en heeft zo wat alles te bieden wat wij zoeken in een reis: avontuur en trekking, wildlife, duiken, maar ook het nodige 'vakantiegevoel' en even niets doen. En zo vertrokken we. Op dezelfde dag dat ook 'The Donald' ons land zou verlaten. En ja hoor, we hadden prijs. Een uur vertraging waardoor we nipt onze overstap haalden. Helaas had onze bagage de transfer niet doorstaan en kwamen we in Kilimanjaro Airport aan zonder onze rugzakken. Na wat geklaag, - om dan tot het besef te komen dat we er toch niks aan kunnen doen - kwamen we uiteindelijk aan in Arusha waar we op zoek gingen naar wat spullen voor de nodige basishygiëne. We bedachten hoe we de rest van de reis gingen aanpakken indien onze bagage de volgende ochtend er nog niet zou zijn. Want we vertrokken dan op trektocht naar de top van de Kilimanjaro, en in een T-shirt en op sletsen was dat niet zo ideaal. Uiteindelijk als een blok in slaap gevallen en de volgende ochtend goed nieuws gekregen: ons bagage was terecht! 

Ons Kili-team (bestaande uit een gids, een kok en acht(!!) dragers) stond ons op te wachten en we konden vertrekken: een zeven-dagen durende tocht naar de top van Afrika's hoogste berg op 5895m. Zucht. We werden al moe als we er aan dachten. We hadden de Kili al vanuit het vliegtuig gespot en moesten toch eens twee keer slikken: shit, toch wel hoog, waar beginnen we weeral aan. Maar goed, we waren nu eindelijk hier, mét bagage, dus geen weg terug. Onze gids zou bij ons blijven terwijl de dragers tenten, kookgerei, een voorraad voedsel voor de komende week en ons zakken de berg op sleurden. Wij droegen enkel een dagrugzak. Helemaal goed voelden we ons daar niet bij, in Nepal deden we gewoon alles zelf, maar hier was dit niet toegelaten en moest je verplicht een heel leger meepakken. 

Maar goed, we konden er aan beginnen: vijf uur omhoog waar we zo'n 1300m zouden stijgen. We waren gestart op 1800 en zouden tot 3100 gaan. Best veel , en vooral al meteen heel hoog dus voor de eerste dag. Vijf uur klefferen richting het eerste kamp, tussen de dichtbegroeide jungle. Verre uitzichten kregen we nog niet, maar het was wel al een eerste dag goed afzien. Uiteindelijk kwamen aan op ons eindpunt voor die dag, waar ons team het kamp al had opgezet. We waren doodop en hadden meteen het idee dat dit wel een paar niveaukes hoger lag dan de Annapurna circuit in Nepal. Minder geleidelijk naar boven en dus steeds steil klimmen. We kregen superlekker eten voorgeschoteld, complimenten aan onze topkok, en kropen daarna meteen onze tent in, klaar voor dag twee!

De volgende ochtend waren we vroeg uit de veren voor een powerontbijt om dan nóg zwaarder naar boven te klimmen. Deze dag was echt niet normaal. Constant steil bergop, klefferen op de stenen. Hier hadden we wel prachtige uitzichten over de groene vallei. Een wolkentapijt maakte het helemaal af. Uiteindelijk kwamen we aan op 3800m, nog steeds geen last van hoogteziekte dus so far so good, de diamox doet z'n werk. Net aangekomen begint het enorm hard te regenen en kruipen we ons tent in. Uitlopers van het regenseizoen dat op z'n einde loopt. We eten onze buik weer rond, doen nog een korte wandeling om te acclimatiseren en kruipen weer op tijd ons koude tentje in. We hebben trouwens een echt topteam, niet normaal. Onze gids is een toffe kerel die enorm veel te vertellen heeft over de berg en de vegetatie, de Tanzaniaanse cultuur en ervoor zorgt dat we goed acclimatiseren en zeker niet te snel stijgen. De kok maakt ons elke keer weer superlekker eten, wel telkens met dezelfde saus :D.  Maar honger gaan we hier niet lijden. En onze dragers zorgen ervoor dat ons tentje steeds al staat opgesteld op een goed plekske. We hebben ons tempo hier gevonden en we vertrekken meestal als eerste om dan op tijd aan het kamp te zijn, net voor de dagelijkse namiddagregen, om dan nog tijd genoeg te hebben om te acclimatiseren. 

Dag drie zijn we dus weer vroeg uit de veren en vertrekken als eerste richting Lava Tower. Deze dag zullen we zes uur wandelen waar we 800m stijgen om er dan terug 700 te dalen. Doeme al dat harde geklim voor niks. Of toch wel, want dit zorgt er voor dat we drie dagen later de top zullen halen zonder hoogteziek te worden. Veel geklim dus maar het zwaarste was toch de afdaling die ons knieën zwaar deed belasten. We hadden ook een constant zicht op onze eindbestemming, de prachtige eeuwig besneeuwde top, extra motivatie! De vegetatie veranderde duidelijk, hier waren geen bomen meer te bespeuren, enkel rotsblokken en stenen, een desolaat maanlandschap. Onze gids en een van de dragers die steeds met ons meeloopt ( de rest loopt voorop) zijn constant aant tetteren, wij vragen ons toch af wat die na al die jaren nauw samenwerken nog te vertellen hebben tegen mekaar. Wij daarentegen kruipen stilletjes naar boven en waar elke slok water of elk woord tegen elkaar wel een laatste adem lijkt te kosten. Jep, we passeren de 4000m, zoveel is duidelijk. De lucht wordt ijler en is te voelen ook. We komen weer mooi op tijd aan in ons kamp waar het weer begint te gieten. Tent in, powernapje, en in de vroege avond klaart het weer op met een prachtig zicht over de vallei. Dag drie weeral overleefd zonder koppijn en we komen dichter. Nog drie dagen en zo'n 2000 hoogtemeters te gaan, en de top ligt recht voor ons, wij zijn er klaar voor! 

Dag vier: als we dachten dat we al zwaar hebben moeten klimmen waren we serieus mis. De dag begon met de 'Baranco wall', een 300m hoge, bijna loodrechte muur die we over moesten. Het was echt muurklimmen met handen en voeten, steen per steen. Na anderhalf uur onszelf omhoog heisen waren we de muur over. Daar hadden we een prachtig zicht over de vallei van waar we net waren gekomen, en weer wat dichter bij de top die weer vlak voor ons lag. Dan was het nog verder wandelen tot aan ons kamp, weer de vallei in en terug naar boven, waar we uiteindelijk op 4200m strandden. Het was enorm betrokken en door de mist zagen we amper nog iets. Opnieuw ons dagelijks powernapje, hoognodig want we beginnen het serieus te voelen in ons benen. 

Dag vijf: we stonden op met een heldere hemel en zagen nu pas waar we de nacht hadden door gebracht. Een prachtig zicht boven de wolken en naburige berg Mount Meru. We konden door het stralend zonnetje en weinig wind voor het eerst buiten eten. Vandaag de laatste dag voor we de tocht naar de top zullen doen. Na een korte, maar weer vrij steile wandeling van een drietal uurtjes bereikten we tegen de middag Base Camp. Vanaf hier is het nog een zes a zeven uur naar de top. We eten onze lunch en kruipen de tent in voor al zo veel mogelijk te slapen want om 11u savonds worden we gewekt om dan om middernacht de klim naar boven te beginnen. Nog zo'n 1200m stijgen en waar we dan hopelijk zonder hoogteziekteverschijnselen zonsopgang zullen zien. Eindelijk. We voelen ons fit, hebben een goed tempo en hebben buiten wat stijve benen weinig last, wij zijn er klaar voor!

En dan was het plots Summit-day. We starten om 12u snachts in de pikdonkere, recht omhoog, recht naar de top. Een prachtige sterrenhemel krijgen we er gratis bij. De eerste twee uur gaan vrij vlot, maar dan steekt een ijskoude wind de kop op waar ons lagensysteem en thermisch ondergoed toch niet tegen lijkt bestand. We krijgen het ijs-, ijskoud maar gaan door. Onze vingers, neus en tenen voelen we op de duur zelfs niet meer. Maar the only way is up en terugdraaien kennen we niet. We hebben ondertussen al andere wandelaars ingehaald en lopen op kop. We moeten stapvoets blijven doorgaan want stil staan is moordend door de kou. En we tellen de uren af... om 20 na zes komt de zon op. Nog vier uur afzien, nog drie uur, nog... ons water is volledig bevrozen en er wordt geen woord gezegd. In stilte afzien en aftellen. De wind snijdt langs ons heen. We naderen de besneeuwde vlaktes en klimmen verder. Ook de hoogte en de ijle lucht speelt ons parten, ademen wordt moeilijker en moeilijker en we beginnen ons misselijk te voelen. Na zes uur doorgaan/doodgaan zijn we eindelijk boven. Als allereersten die dag.  In de ijzige wind staan we op de top van Afrika's hoogste berg, op 5895m. Batterijen van onze camera's begeven het van de kou, en ook wij bijna, tot dan eindelijk... de zon aan de horizon verschijnt. De wind blijft snijden maar het zonnetje warmt ons snel een beetje op. Vingers en tenen krijgen weer gevoel en we kunnen zelfs wat foto's nemen. En we zien voor het eerst eigenlijk pas echt waar we ons bevinden. Boven de wolken, omgeven door sneeuw en gigantische gletsjers, op de top van de Kili - goddamn - manjaro, Afrika's hoogste punt. Nog nooit in ons leven zo afgezien en zo  hard koud geleden. Vergeleken met de Annapurna was die voor peuters. Dit was hardcore en misschien zelfs een paar niveaukes te stevig voor ons, de amateurwandelaar. In ieder geval, we hebben het gehaald. Gelukkig beschikken we nog over de nodige portie doorzettingsvermogen, en dat is het voornaamste om de top te halen (en ook wel basisconditie, acclimatisatie en een goede uitrusting). Was het dit allemaal waard? Daar zijn we nog niet helemaal uit, maar binnen twintig jaar spreken we hier zeker nog over.  Het was in ieder geval een dag (en week) die wij nooit zullen vergeten. 

Maar het was natuurlijk nog niet voorbij. We moesten uiteraard nog die berg zien af te geraken. En dus begonnen we te dalen terug naar Base Camp, waar we onderweg nog moedige doorzetters tegenkwamen op weg naar de top, maar ook een aantal die noodgedwongen hebben moeten opgeven. Na een twee a drie uur dalen stonden we terug aan onze tent, waar we ons geforceerd hebben om iets te eten, om dan nog eens vier uur verder te dalen. 1200m gestegen en 2800m gedaald, en dat 13u lang. Stikkapot maar toch weer een ongelofelijk voldaan gevoel. Dat we de Kilimanjaro lichtjes onderschat hebben? Zeker waar. Maar hij heeft ons in ieder geval niet klein gekregen. Mede dankzij ons topteam, zonder hen was het sowieso niet gelukt en beseffen nu ook waarom het verplicht is een gids en dragers te nemen voor deze big boy te kunnen beklimmen. No way dat we dit op ons eigen konden. 

We komen aan in het laatste kamp waar we als een blok in slaap vallen. Dag zeven, de laatste dag, is het nog een drietal uurtjes naar beneden door het regenwoud. Op onze laatste dag heeft het de hele tijd geregend. Wij hebben weeral dikke chance gehad met het weer, of degene die nu de berg op zijn hebben pech, dat kan ook. Soit, het zit er op en dat kunnen we weeral afvinken, maar  één ding is zeker: never again. En nu: vijf dagen achterover leunen en wilde beestjes spotten, en dan welverdiend uitrusten op Zanzibar!

3 Reacties

  1. Hild:
    11 juni 2017
    Weeral mooi geschreven, kan het mij perfect voorstellen hoeveel bloed,zweet en tr... dit gekost heeft,moet een ongelooflijk gevoel geven,dit vergeet je nooit x
  2. Lief Havermans:
    11 juni 2017
    Zo zie je maar, het leven is aan de durvers. Prachtig verhaal. Geniet er nog van !
  3. Diane Janssens:
    12 juni 2017
    Hey Lien en Jef ,WAUW WAUW WAUW, Prachtig en ja droom en rust nog maar ,Geniet er nog goe van .groetjes