Australia

19 april 2015 - Cairns, Australië

Met een paar dagen vertraging konden we dan eindelijk vertrekken uit Cairns. We pikken onze auto op, dat nu wel degelijk een kleine mobilhome is en geen koekendoos. Keukengoerief, een gasvuurtje en zelfs ne poembak met "stromend" water! En weg zijn we, met ons cdkes op luid, die we nog snel bij Eva hadden gebrand voor we vertrokken. Op naar het noorden, naar het Daintree Rainforest, niet het grootste maar wel het oudste regenwoud ter wereld! Onze euforie bleek van korte duur. We waren nog geen uur uit Cairns of er gebeurde een paar bochten voor ons (zotte weg trouwens) een zwaar ongeval. De enige weg noord was voor onbepaalde duur afgesloten en iedereen moest rechtsommekeer maken. Ja lap. Twas ook nog eens aant regenen, dus naar één van de vele stranden onderweg gaan zat er ook niet in. Wat een pech wat een pech. We zijn terug gedraaid en in een random kustplaatske gestopt en onze miserie weggedronken met ne koffie (alcohol kunnen we niet betalen). Daar hebben we ettelijke uren de tijd gedood met lezen en wat rond wandelen. Toen we onze lonely planet opensloegen om een nieuw gameplan te bedenken stond onze ongeplande namiddagactiviteit tussen één van de hoogtepunten. "Een koffie drinken op het terras in Palm Cove (waar we dus waren) met zicht op de esplanade." Ale dan, nauwelijks een hoogtepunt te noemen, voor ons eerder het randje van depressie, maar dat hebben we dan ook weeral gehad.

 

In de late namiddag was de weg dan eindelijk terug open en konden we eeeeindelijk toch eens dat regenwoud van naderbij gaan bekijken en verder rijden. Omdat het al donker werd stopten we in het laatste dorpje voor het begin van het regenwoud om daar de nacht te spenderen. Na een goei spaghetti'ke te koken, voor de verandering, zochten we nog een avondactiviteit. Die vonden we in de lokale bowlclub, daar hadden we nog wel eens zin in. Het bowlen ging toch net iets anders dan we verwacht hadden. We waren beland in een club/cafe voor 70plussers die hun weekend stevig inzetten en komen bowlen, als in een variant van petanque spelen. Niks te maken met kegels en strikes dus. Om half 9 wast bedtijd en was het daar dan ook gedaan. Tot zover onze wilde vrijdagavond met de oudjes. We moesten weer op zoek naar een slaapplaats en na een aantal keer rond te rijden vonden we ons weer een plekje. Onze eerste nacht van de vele die nog zullen volgen in onze villa op wielen!


De volgende ochtend waren we al vroeg wakker en reden naar Mossman Gorge, waar het Daintree rainforest begint en waar de Mossmanrivier stroomt. Daar zijn we een eerste wandeling gaan doen in de vochtige, tropische hitte. We volgden het pad doorheen het regenwoud en langs bomen van miljoenen jaren oud. Ik weet niet wat we verwacht hadden daar te zien, maar wij sprongen efkes omhoog toen er een megadik wild zwijn vlak voor onze neus uit het woud kwam gelopen. Ik grabbelde nog naar mijn camera maar toen die mij met vijandige ogen aanstaarde zijn we maar stillekes doorgelopen. Wildlife in het regenwoud, check dus. Na liters zweet pakten we ons daar een douchke en reden verder richting noorden. Onze volgende stop was de Daintree river, waar zoutwaterkrokodillen te vinden zijn. We boekten een boottochtje op de rivier, op zoek naar de crocs. Na efkes zoeken zagen we er plots ene met zijn kopke uit het water steken en voorbij zwemmen. Deze croco bleek vier meter lang te zijn. Slik. We kwamen ook nog twee babycrocos tegen, waar ge toch ook gene knap van wilt. Al bij al een succesvol tochtje. We kregen daarna nog meatpie aangeboden. Jawel, vliejestoert. We hadden al van Michael gehoord dat we dat eens moesten proberen, nu was dus onze kans. Eigenlijk was het iets gelijk stoofvlees met een videekoekske errond. Niet slecht dus.
Na onze crocodilehunt zetten we koers verder het regenwoud in, waar we eerst met onze auto op de ferry de Daintreeriver moesten oversteken. Daar hebben we nog een tweede wandeling gemaakt, hier helaas (of gelukkig) geen wildlife. We reden door tot het allernoordelijkste punt, waar de verharde weg stopt en overgaat naar een dirtroad, en enkel met een 4x4 te rijden valt. Niet voor ons dus met ons precious kasteel. Dat noordelijkste punt heet Cape Tribulation "where forest meets reef". We hadden hoge verwachtingen die helaas niet werden ingelost. Vanuit Cairns vertrekken belachelijk dure trips naar daar en ook in onze gids stond dit als hoogtepunt (maarja, dat koffiedrinken ook, dus niet echt een referentie ..). We vonden dat daar dus al bij al maar een lelijk strand. Zaag zaag. Een beetje verderop gaf een uitkijkpunt een beter zicht maar helemaal tevreden waren we toch niet. Gelukkig was er een aantal kms terug wél een supermooi uitzicht, waar óók het regenwoud en het reef samenkwamen. Hupla, wij content terug.


Het was een druk maar geslaagd dagske. 's Avonds gingen we terug richting Cairns, waar we morgen Ben en Susie van de luchthaven gaan oppikken. Kleine reunie joepie! Onderweg kregen we wééral typische Aussie wildlife te zien, jongens wat een dag! De eerste slang gespot, helaas een beetje te laat en kan die wel eens zijn platgereden door ons. Oeps. Tegen valavond parkeerden we ons weer voor de nacht, deze keer aan het strand. Dinner met een view dus!
En ook opstaan met een view. Na een snikhete nacht kwam een fris plonske in de zee als geroepen om wakker te worden. We vertrokken richting luchthaven om Susie en Ben op te pikken. We hebben bijgebabbeld en samen gegeten, maar moesten al meteen terug afscheid nemen. Omdat we een paar dagen verloren hadden door op onze auto te wachten, werd het tijd om eens effectief richting Sydney te vertrekken, 3000km verder, waar we in een kleine drie weken zoeken te geraken. Zodus begonnen we te rijden. We maakten een kleine omweg via het Atherton Tableland. Daar reden we door een prachtig heuvelachtig landschap, volledig int groen en weer voor zover we konden kijken. We stopten nog bij enkele watervallen, we kunnen echt niet meer tellen hoeveel we er ondertussen al gezien hebben. Daarna gaven we nog verder plankgas richting Townsville maar zijn er niet meer geraakt die avond. We gaan de nacht weer ergens onderweg doorbrengen, vlak naast een 'scenic lookout point'. Tis nu steekdonker dus das een verrassing voor morgenvroeg!


De nacht was weer zweten, zweten, zweten. We konden het na een tijdje echt niet meer uithouden en zwierden de deur dan maar open voor frisse lucht. Tientallen muggen binnen natuurlijk. Dilemma, dilemma...kiezen tussen smorende hitte of verschrikkelijke jeuk. Na een lange strijd tegen de vele muggen die waren binnen geslopen en een ingenieuze constructie op te zetten met ons muggennet (dan werd dat ook eens gebruikt), konden we eindelijk gaan slapen. 's Ochtends werden we weer wakker met een fantastisch uitzicht over de oneindige vlakte.
Die dag hebben we vooral in de auto gespendeerd want we hadden een lange weg voor de boeg. We passeerden enkele borden die ons weer naar watervallen wilden lokken, maar die we wijselijk hebben overgeslagen. Als ge hier snel iets wilt bezoeken is dat vaak ineens 'slechts een kleine 100km landinwaarts'. Aangezien onze El Cheapo stokoud is en verschrikkelijk veel naft zuipt, en we al 101 watervallen gezien hebben, zijn we maar in ene trek doorgereden. Tegen een uur of vier arriveerden we dan na een hele dag rijden eindelijk in Airlie Beach. We hadden slechts een fractie op de map van de hele eastcoast afgelegd. Doeme Australië is groot, dachten wij voor de 300ste keer. In Airlie gingen we ons een paar dagen settelen dus gingen voor de eerste keer eens legaal camperen en zetten ons op ne relatief goedkope camping. Zalig wel, een douche en toilet binnen handbereik, onze was nog eens kunnen doen...basishygiene, dat apprecieren we weer allemaal wat meer! S avonds zijn we met onze campingburen in de goon gevlogen (een vatje wijn uit ne zak) dat blijkbaar door een Australiër is uitgevonden en hier alom bekend is onder de backpackers. Goedkoop drinken dus, en we konden natuurlijk niet achterblijven. De dag erna stond ons een trip naar Whitsunday islands te wachten, een tropisch paradijs, die geen introductie nodig hebben. Gewoon googlen moest ge er nog nooit van hebben gehoord, een prentje volstaat wel.
We hadden een dagtour geregeld en reden met een speedboot naar Whitehavenbeach op Whitsunday Island. Het mooiste strand van de Whitsundays, en misschien wel het mooiste ter wereld. We zagen al ne hoop ferme stranden, maar dit was toch wel een uniek pareltje. Echt net zoals de foto's beloofden. Hagelwit zand en een vijftig tinten blauwe zee. We wandelden naar een uitkijkpunt waar we een prachtig zicht hadden over Whitsunday en de witte zandbanken. Daarna konden we relaxen en lunchen op het strand. Om af te sluiten gingen we nog snorkelen. Een geslaagd dagske met een ferm stukje natuur.
Ahja, op de vraag of wij mekaar nog niet beu zijn, dat valt best wel mee. Tegenwoordig maken we niet alleen elkaars zinnen af, maar zeggen gewoon exact hetzelfde op de zelfde moment. T begint creepy te worden.

De dag erna was het tijd om nog eens
in onze auto te kruipen en wat kilometers te overbruggen. We reden een hele dag en sloten de dag af met een uitstapje naar de zoo, die bovendien gratis was, score! We hadden alle Aussie dieren al wel gespot in het wild, maar een gratis activiteit slagen we nooit af! En een krokodil blijft gewoon graaf! Daarna reden we nog even door en stopten aan een tankstation, waar we gratis mochten staan. Our lucky night! Niet meteen de meest idyllische plaats, maar er waren wel douches, toiletten en gratis koffie en thee! En we kregen een van de mooiste zonsondergangen die we tot nu in Australië zagen, en dat allemaal bij een tankstation naast de weg!
De dag erna reden we door in de voormiddag, om na de middag naar het strand te gaan en daar een paar uurtjes door te brengen. Tegen de avond besloten we toch nog efkes door te rijden en stopten weer om ons eten te maken, onder ne hemel met duizenden sterren, niet overdreven, en ons te installeren voor de nacht. We zitten al over de helft, niet normaal hoe de tijd én kilometers hier vliegen!
De volgende stop was Harvey Bay , daar boekten we ons meteen ne trip naar Fraser Island voor de volgende dag, het grootste zandeiland ter wereld! We telden daar weer een mooi getal bestaande uit drie cijfers voor neer.. aaah wat appreciëren we Azië toch des te meer! Die avond was het weer goontijd met onze buren. Waarom doen wij dat toch weer de avond voor een uitstapke?? De ochtend erna was 'de goedkope piswijn" dan ook weer goed te voelen. We gingen de ferry op naar Fraser Island, dat enkel bezocht kan worden met ne 4WD aangezien het een volledig bedekt zandeiland is. Als eerste gingen we naar het regenwoud, en verder naar Lake McKenzie, een prachtig meer in t midden van het eiland. Daarna nog wat cruisen langs de mooie en uitgestrekte zandkust. Helaas was het weer toen gekeerd en volle bak aant regenen. Tegen de avond zaten we terug op de ferry waar we de zonsondergang konden meepikken, die in Australië echt wel de moeite zijn, en kregen nog enkele dolfijnen te zien. Hupla, vele dollars armer maar dat zit er ook weeral op! De laatste twee weken en rechte lijn naar Sydney zijn ingegaan, waar ons Australisch avontuur zal eindigen!

Foto’s